Vorig jaar interviewden we Marian Kleverkamp over de deelname van haar school aan de schrijfwedstrijd. Een inspirerend verhaal over het belang van schrijven.

Vertel, wie ben je, wat doe je?

Mijn naam is Marian Kleverkamp en ik werk als docent Nederlands op de Werkplaats Kindergemeenschap (Kees Boekeschool) in Bilthoven. Ik geef al zo'n 28 jaar met heel veel plezier les aan leerlingen uit -voornamelijk- de bovenbouw. Ik houd mijn werk plezierig door elk jaar weer nieuwe opdrachten en onderwerpen te bedenken; bij het vak Nederlands valt er altijd wel een aansprekend thema te vinden.

Wat deed je besluiten jouw leerlingen mee te laten doen aan de Nieuws in de klas schrijfwedstrijd? 

Je bent nergens in onze maatschappij als je je niet goed kunt uitdrukken. Vaak lukt het wel om verbaal van je te laten horen, maar je gedachten en ideeën op papier zetten is toch echt iets anders. Bij het schrijven leer je ook je gedachten te ordenen en moet je ook nadenken over het publiek. Je leert wat retorica is, beeldspraak, hoe je stijlfiguren kunt inzetten. Misschien word je wel een betere lezer als je gaat schrijven. Bovendien is het heel waardevol om zo'n grote groep nieuwe leerlingen meteen aan het werk te zien; er valt meteen veel op. Hoe begin je? Mag je 'ik' zeggen? Moet je de briefconventies aanhouden? Vierhonderd tot zeshonderd woorden is voor sommigen veel te veel, voor anderen juist veel te weinig. We gaan bij Nederlands aan de slag met het belang van goed kunnen formuleren, deze wedstrijd is een uitdagende start.

Meerdere lessen hebben in het teken gestaan van deze schrijfwedstrijd, hoe ging dat concreet in zijn werk? 

We zijn met een viertal 5vwo klassen aan de slag gegaan. Ik heb in de klas filmpjes laten zien uit het lesmateriaal en met leerlingen gesproken over wat er zoal gebeurt in de wereld van vandaag. Iedereen koos een onderwerp en begon meteen met het schrijven van een ingezonden brief. Na het lezen van elkaars brieven en leveren van feedback werd deze verwerkt in het schrijven van een tweede versie. Volgende week bekijken we nog een laatste keer de brief voordat we deze insturen om mee te doen met de wedstrijd. Tijdens het lesblok liep ik samen met mijn collega's rond om leerlingen te helpen met het kiezen van een onderwerp. Er ontstonden leuke gesprekken en discussies. We leerden op deze manier meteen onze nieuwe leerlingen een beetje beter kennen.

Maakten jullie al eerder gebruik van nieuwstitels tijdens de les?

Zeker. In ons team (vwo 5/6) zorgen we ervoor dat er heel het jaar dagelijks kranten op tafel liggen. Van alle landelijke titels gebruiken we artikelen bij Nederlands, economie, mens- en maatschappijwetenschappen en andere vakken. Het is superfijn als je 's ochtends even een artikel kunt pakken om tijdens de les naar te verwijzen. 

Mijn leerlingen hebben thuis wel vaak een krant, maar deze is steeds vaker alleen digitaal beschikbaar. Ik vind dit erg jammer, omdat leerlingen niet uit zichzelf zullen inloggen. Een papieren krant ligt voor het grijpen, is zichtbaar en nodigt dan hopelijk uit om te lezen. Veel leerlingen volgen het dagelijkse nieuws via NOS Stories. Ze weten dan wel wat er speelt en zien vaak ook een filmpje bij het nieuwsbericht. Heel goed natuurlijk, maar ze komen niet toe aan een achtergrondartikel en raken zo steeds minder gewend aan lange stukken tekst. Ik ben dus blij met papieren kranten met themakaternen.

Hoe schat je in dat leerlingen hun deelname aan de wedstrijd ervaren?

Ik denk dat ze het leuk vinden! Ze hebben lekker gewerkt, wisselden zo nu dan wat ideeën uit en we hebben meteen een soort van kennismakingsgesprekjes kunnen voeren met elkaar. Ze leren dat je moet weten wat je wilt overbrengen en het soms best lastig is om jezelf goed uit te drukken, maar ook dat er allerlei retorische trucjes zijn om dat te doen. 

En, gaat een van je leerlingen de winnende brief schrijven denk je?

Haha, wie weet! Ze willen wel allemaal zo'n professionele recorder winnen! Een dagje naar de redactie van een krant lijkt sommigen ook superleuk.